Instructies voor het Bijvullen van de Airconditioning R134a

1. Voorbereiding

1.1 Draai de knop op de slang met het ventiel (grote draaiknop) volledig naar links om de naald volledig terug te trekken.
1.2 Bevestig de slang met manometer aan het busje door de knop op de schroefdraad van het busje te draaien.
Let op: beweeg de naald niet tijdens het aansluiten!
1.3 Zorg ervoor dat de motor draait en dat de airco is ingeschakeld in de recirculatiestand, met de ventilator op maximale snelheid en de temperatuur op het laagst. Open daarna de motorkap.

2. Het vulproces

2.1 Sluit de snelkoppeling van de slang met manometer aan op de lagedrukaansluiting (LP) van het A/C-systeem van het voertuig.
Deze aansluiting heeft meestal een blauwe of zwarte dop en is gemarkeerd met de letters “LP”.
Houd het busje ondersteboven (ventiel naar beneden).

2.2 Meet de druk in het systeem met de manometer:

  • Ligt de druk tussen 25–45 psi, dan is bijvullen niet nodig.

  • Ligt de druk onder de 25 psi, ga dan door naar de volgende stap.

2.3 Systeem bijvullen
Draai de knop met de klok mee om de naald te laten zakken en het terugslagventiel te openen – het koelmiddel begint te stromen.
Vul het koelmiddel geleidelijk bij, door de knop langzaam te draaien en de stroom te regelen.

Tijdens het bijvullen kan de druk op de manometer tijdelijk stijgen – dit is normaal, omdat het gas nog niet volledig is uitgezet.
Stop met bijvullen zodra de druk het juiste niveau bereikt of het busje leeg is.

3. Afronding

3.1 Koppel de slang los van het A/C-systeem van het voertuig.
3.2 Zet de motor en de airco uit.
3.3 Controleer de temperatuur van de lucht in het interieur – deze moet koel aanvoelen.
3.4 Als de lucht nog steeds niet koud is, herhaal de drukmeting (zie stap 2.2) om te bepalen of er een extra bijvulling nodig is.

Instructies voor het Bijvullen van de Airconditioning R1234yf

1. Voorbereiding

1.1 Draai de grote draaiknop op de slang met ventiel volledig naar links om de naald volledig terug te trekken.
1.2 Verbind de gouden R1234yf-adapter met de snelkoppeling van de slang met manometer.
1.3 Schroef het andere uiteinde van de slang op het R1234yf-busje door de draaiknop op de schroefdraad van het busje te draaien.
Let op: beweeg de naald niet tijdens het aansluiten!
1.4 Zorg ervoor dat de motor draait en dat de airconditioning is ingeschakeld in recirculatiestand, met de ventilator op maximale snelheid en de temperatuur op het laagst. Open vervolgens de motorkap.

2. Het vulproces

2.1 Verbind de gouden R1234yf-adapter (al aangesloten op de snelkoppeling) met het lagedrukventiel (LP) van het voertuig.
Deze aansluiting is meestal voorzien van een blauwe of zwarte dop en is gemarkeerd met de letters “LP”.
Houd het busje ondersteboven (ventiel naar beneden).

2.2 Controleer de druk in het systeem met behulp van de manometer:

  • Als de druk tussen 25 en 45 psi ligt, is bijvullen niet nodig.

  • Als de druk onder de 25 psi ligt, ga door naar de volgende stap.

2.3 Het systeem bijvullen
Draai de knop met de klok mee om de naald te laten zakken en het terugslagventiel te openen – het koelmiddel begint te stromen.
Vul het koelmiddel langzaam bij, door de knop voorzichtig te draaien om de stroom te regelen.

Tijdens het vullen kan de druk op de manometer tijdelijk hoger zijn – dat is normaal, omdat het gas nog niet volledig is uitgezet.
Stop met bijvullen zodra de druk zich binnen het aanbevolen bereik bevindt of het busje leeg is.

3. Afronding

3.1 Koppel de slang los van het airconditioningsysteem van het voertuig.
3.2 Zet de motor en de airco uit.
3.3 Controleer de temperatuur van de lucht in het interieur – deze moet koel aanvoelen.
3.4 Als de lucht niet koel genoeg is, herhaal de drukmeting (zie stap 2.2) om te bepalen of een extra bijvulling nodig is.